29 september 2023 - Dionysius over de Hemelse Hiërarchie.

   vanbeek   19 jan. 2024

'Dionysius de Areopagiet verzamelde werken'.

Download/print

Dionysius over de Hemelse Hiërarchie*1.

Elke goede gave en elk volmaakt geschenk
komt van boven
en daalt neer van de Vader der lichten (Jac 1,17).
maar elk tevoorschijn treden
van een door de Vader bewogen lichtopenbaring
die als goede gave tot ons komt
voert ons als een één-makende kracht *2
weer omhoog, maakt ons één
en wendt ons weer toe naar de eenheid
van de Vader die alles bijeenbrengt
en naar zijn vergoddelijkende enkelvoudigheid
want uit Hem en tot Hem is alles (Rom 11,36)
zo zegt ook het Heilige Woord.

Dus laten we Jezus aanroepen
het licht van de vader, het werkelijke,
het waarachtige licht dat in de wereld komt
en ieder mens verlicht (Joh 1,9)
en waardoor wij toegang kregen
tot de Vader, de Lichtoorsprong (Rom 5,2)
en laten we naar de verlichtingen van de allerheiligste Heilige Woorden
die ons door de Vader zijn overgeleverd
onze blik zover mogelijk omhoog-richten
en laten we de hiërarchieën van de hemelse denkkrachten*3,
die ons door hen zijn onthuld in ons omhoogvoerende zinnebeelden,
aanschouwen voor zover we daar toe in staat zijn*4
en laten we de oorspronkelijke en boven-oorspronkelijke lichtgave
van de Vader, God de Oorsprong*5,
welke lichtgave de aller-gelukzaligste hiërarchieën van de engelen
aan ons in symbolische beelden openbaart,
met de onstoffelijke en rustige ogen*6 van het denken
in ons opnemen
om van daaruit ons dan weer te verheffen
naar haar enkelvoudige lichtstraal.

Deze verlaat immers nooit haar eigen eenheid
die één is
en wanneer zij zich in haar goedheid verveelvoudigt en naar voren treedt
omwille van het omhoog-leiden en één-maken en samenvoegen
van degenen waaraan zij vooruitdenkt
blijft ze toch in zichzelf gevestigd
in bewegingsloze zelfheid, bestendig gegrondvest
en degenen die zover mogelijk naar haar omhoog-reiken
verheft zij zoveel als bij hen past
en maakt hen één
dankzij haar enkelvoudige één-zijn.

Want de lichtstraal die aan God ontspringt
kan ons volstrekt niet belichten
als zij niet door een bonte vormenrijkdom van de heilige omhullingen bedekt is
om ons omhoog te voeren
en als zij niet dankzij vaderlijk vooruit-weten
aan onze omstandigheden aangepast
en voor ons gereedgemaakt is.

Daarom heeft de inwijdingsoorsprong die de heilige riten heeft ingesteld*7
aan onze heilige hiërarchie*8
de waardigheid verleend om op boven-wereldse wijze
de hemelse hiërarchieën na te bootsen
en de genoemde onstoffelijke hiërarchieën heeft hij aan ons overgeleverd
door middel van stoffelijke gestalten en samengestelde vormen in bonte versiering
opdat wij daardoor in afstemming met onze vermogens omhooggevoerd worden
weg van de heilig gevormde gestalten
naar het enkelvoudige en vormvrije
dat ons verheft en aan zich gelijk maakt
want voor ons denkvermogen
is het nu eenmaal niet mogelijk
om zich tot een onstoffelijke weergave en aanblik
van de hemelse hiërarchieën te verheffen
als het geen gebruik maakt
van een passende stoffelijk handreiking
en als het niet begrijpt
dat de zichtbare verschijningsvormen van schoonheid een beeld zijn
voor de onzichtbare schoonheid en pracht
en de zintuiglijk waarneembare weldadige geuren
voor de uitdeling van voor het denken waarneembare gaven
en dat de onstoffelijke lichtgave
uitgebeeld wordt door de stoffelijke lichten
en de volheid van het aanschouwende denken
door de uitvoerige geheiligde leringen
en de afgestemde en ordelijke houding bij de goddelijke rangen
door de goede orde van de rangen alhier
en ons deelhebben aan Jezus
door de deelname aan de aller-goddelijkste eucharistie
en dat dit ook geldt voor nog zo veel andere zaken die werden overgeleverd
op boven-wereldse wijze aan de hemelse wezens
maar op symbolische wijze aan ons.

Omwille van deze op onze vermogens afgestemde vergoddelijking
heeft de menslievende inwijdingsoorsprong
de hemelse hiërarchieën aan ons geopenbaard
 
om zoveel mogelijk hun heilige God uitbeeldende dienst na te bootsen
en heeft hij in de samengestelde heilige schetsen van de Heilige Woorden
een beschrijving gegeven van de bovenhemelse denkvermogens
en wel met behulp van zintuiglijk waarneembare beelden
om ons omhoog te leiden
door wat de zintuigen kunnen opnemen
en door de heilig gevormde zinnebeelden
naar de zuivere hoogten
van de hemelse hiërarchieën.

Uit: ‘Dionysius de Areopagiet’ verzamelde werken, blz 154-156.


Noten: *1. .Hiërarchie is een door Dionysius zelf gevormde samenstelling van hiëros=heilig +archè=begin, beginsel, oorsprong, leider, heerser. Voor Dionysius betekent het zoveel als heilig geordend leiding nemen en heilig geordende organisatie.   

*2. éenmakende kracht: Dionysius kiest zijn uitgangspunt in de joodse en christelijke en neoplatoonse gedachte dat de al-ene oorzaak van het wereldal Eén is. De Ene of het Ene rust in zichzelf (Gen 2,2 en Plato- Timaeus 42d). Het Ene treedt tevoorschijn in de veelheid van de schepping. Alle wezens weerspiegelen het Ene in zichzelf en zijn daardoor op het Ene betrokken….
Dionysius beschrijft hoe de mens de vergoddelijkende weg terug naar de Ene kan gaan. [ ] Hij gebruikt daarbij theologische taal, filosofische taal en de taal van de Griekse mysteriën.

*3. denkkrachten: Grieks – ‘nous’ – een moeilijk te vertalen woord, dat in de Latijnse traditie vertaald - is echter noein, denken. Nous betekent in feite denkkracht of denkvermogen, hetzij in abstracto, hetzij als aanduiding van engelen of mensen.

*4. aanschouwen: -Gr: epopteuoo- is evenals de term verlichting ontleend aan de Griekse mysteriën, waar de inwijdelingen geblinddoekt waren tot het moment waarop ze van hun blinddoek werden bevrijd en zo verlicht werden in de aanschouwing. Dionysius gebruikt vele termen uit de mysteriën.

*5. God, de Oorsprong: -Gr. Thearchia – een woordsamenstelling van Dionysius waarmee hij het eenheidsaspect van de Triniteit aanduidt.

*6. onstoffelijke ogen: in zijn beroemde grotvergelijking spreekt Plato erover dat door de denkkracht de ogen van de ziel leren zien (Politeia 7, 533d2)

*7. inwijdingsoorsprong: bedoeld is Jezus, de oorsprong van de sacramenten.

*8. Onze hiërarchie is de vaste term voor de kerkelijke hiërarchie.
 


Een paar woorden over Dionysius,
uit het voorwoord van ‘Dionysius, de Areopagiet’ door Michiel ter Horst.

Dionysius leert om door de letterlijke betekenis heen te kunnen zien en de diepere, niet letterlijke betekenissen trachten te doorgronden.
Een voorbeeld: een kerkraam in Parijs toont absurde lichamelijke verhoudingen; te zien zijn de 4 evangelisten als kleine mannetjes op de schouders van vier enorme profeten. Volgens Dionysius moet deze afbeelding ons wakker schudden en verhinderen dat wij het beeld letterlijk nemen. Zijn methode om achter dit soort verbeeldingen ten minste drie diepere betekenissen te ontdekken werd mede onder zijn invloed in de middeleeuwen algemeen verbreid.
Wat betekent het om op de schouders van een reus te zitten? Zijn wij niet in vergelijking met de ‘reuzen’ van de voortijd ‘dwergen’? Maar toch kunnen we verder zien omdat we op de schouders zitten van die ons zijn voorgegaan. Zo bouwt onze cultuur voort op de Reuzen van de voortijd.
Dionysius spoort ons aan om onze natuurlijke ogen omhoog te richten en de veelkleurige voorstellingen in de ramen te zien, maar tevens om als het ware met de ogen van ons denken door de ramen heen te gaan en op te klimmen naar de ‘eenheid van de goddelijke lichtstraal’ daarachter. Want de persoonlijke of morele betekenis van symbolen is verborgen in het goddelijke licht dat één is.

Dionysius was wars van de vele magische stromingen die ook in zijn tijd populair waren. Hij werd niet moe ons op de roepen tot kennis, weten, inzicht en innerlijk doorleven in afgeslotenheid en concentratie, om vervolgens van daaruit ons te verheffen naar een sfeer boven alle begrip, waarover het beter is te zwijgen.

Er is een geheimzinnig spanningsveld als Dionysius kennis uitdrukkelijk noemt als bestanddeel van het begrip hiërarchie. Toch beveelt hij aan om alle kennis los te laten. Is er dan bij het loslaten van kennis geen rol meer weggelegd voor de hiërarchie? Met dit soort paradoxen bevrijdt Dionysius het denken. Hij schept openingen naar andere spirituele stromingen.

Dionysius geeft zijn geheimen niet gemakkelijk prijs. Ten eerste zegt hij: ‘dat het voor de mystieke Goddelijke Woorden vol mysterieuze geheimen het meest passend is om door onuitsprekelijke geheime en geheiligde raadselwoorden de heilige en verborgen waarheid van de bovenaardse denkkrachten te verhullen en voor de menigte ontoegankelijk te maken.’ Wellicht verraadt hij hier de reden waarom hij zijn beruchte extreem lange zinnen schrijft. Hij spreekt de lezer op zijn wilskracht  aan en eist een concentratie die tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend is. Hij wil geen ‘informatie overdragen’, zoals dat tegenwoordig heet, nee, hij wil kennelijk de denkkracht als kracht activeren. Maar bovendien ook de schoonheid van het denken.