27 oktober 2023 - De ziel die in God vrij is van eigenheid

   vanbeek   19 jan. 2024

'Alleenspraak - brieven' door Gerlach Peters.

Download/print

Een van alles ontdane pelgrim wandelt overal veilig. ‘Als je Mij bezit’, zegt de Waarheid zelf, ‘wat zoek je dan nog meer? Wat ontbreekt je of wat mishaagt je in Mij, dat je je bekommert om andere uitwendige zaken en gebeurtenissen die, hoe ze ook voorvallen, je niets kunnen geven noch je iets ontnemen? Of zoek je op je aardse weg al zalig te worden? Waarom overweeg je niet grondiger dat je op pelgrimstocht  bent, maar ook in ballingschap gezonden en in talrijke strikken gevangen zit en onderworpen bent aan vreemde* dienstbaarheid van allerlei slag? Denk wat je wilt over deze uiterlijke dingen, als je Mij getrouw bent met Mij verenigd bent en als je met Mij omgaat als een vriend met een vriend, dan kunnen al die zaken je niet hinderen noch helpen, hoe ze ook voorvallen. Wees dus als een van alles ontdane pelgrim door geen lasten of banden van buiten of van binnen bewaard, noch gebonden in het hogere gebied van je ziel. Ben je inderdaad vrij van zulke banden, dan wandel je veilig, overal, altijd en in alle omstandigheden want je hebt niets dat je kunt verliezen. Maar als je op iets de hand legt als eigenaar, niet alleen wat uitwendige goederen betreft, maar ook innerlijke en geestelijke, dan mag je terecht vrezen dit te verliezen. Het is immers een openbaar en niet beveiligd bezit waar je vijanden bij kunnen om het te roven.
Maar ben je volkomen arm en van alles ontdaan, ben Ik je rijkdom, je sieraad, je glorie en sterkte, twijfel dan niet, Ik kan Mijzelf niet verliezen. Bij al je uitwendige daden, doe ijverig en opgewekt dag en nacht wat in je vermogen is en wees verder volkomen tevreden. Want de zaken kunnen er niet zo erg, zo slecht, zo hopeloos en verwerpelijk aan toegaan, er kunnen niet zulke vreselijke dingen gebeuren in wat zich buiten je afspeelt, of altijd blijft het opperste, onwrikbare en onveranderlijke beleid. En hoe dit uitwendig ook geschiedt, hetzij zus of zo in alle omstandigheden, voor dit beleid is het van geen betekenis. Wat heeft het inderdaad te betekenen, als dit of dat voorvalt van al wat je kan bedenken? Leef Ik niet, die ‘je Leven ben’ **? Denk je dat Ik met de gebeurtenissen mee glijd en wankel zoals jij? Zie, Ik ben geheel van jou, wat verlang je nog meer? En wanneer je Mij bezit, ben Ik dan niet alles voor je? Waarom blijf je niet onwrikbaar in Mij en geniet je Mij niet, het hoogste, onveranderlijke en verhevenste God, tot Wie je geschapen bent? Heb Ik je niet beloofd zorg voor je te dragen bij al wat kan gebeuren en bij je te zijn waarheen je ook gaat, zo je Mij trouw blijft? En wanneer Ik je leven ben – en dat ben Ik inderdaad - , kun je al het andere zonder nadeel voor jezelf missen. Laat alles je niet in de steek? Heb je daarin je steun gezocht, dan blijf je rampzalig en ellendig achter. Verliep alles naar wens, zou het je naar de uitwendige dingen voor de wind gegaan zijn, het zou je in je stervensuur toch geen vertrouwen en zekerheid kunnen geven, als Ik terzijde gelaten word en niet bij je ben’.

*in Middeleeuws Nederlands staat dit voor: ‘wat afleidt en vervreemdt van God’.
**Kol 3,4.

Uit: ‘Alleenspraak * Brieven’ door Gerlach Peters – mystieke teksten met commentaar 5 – Abdij Bethlehem – Bonheiden. (blz 71,72).