26 januari 2024 - Innerlijke vrede

   vanbeek   19 jan. 2024

'Het boekje van het volmaakte leven', over innerlijke vrede.

Download/print

Wat oprechte, ware innerlijke vrede is, de vrede die Christus ten afscheid aan zijn discipelen heeft nagelaten.
Talrijke mensen zeggen dat zij geen vrede of rust hebben, dat zij veel tegenspoed en aanvechting en druk en leed ervaren, en dat zij niet weten hoe zij zich daarvan kunnen bevrijden. Wie dit nu in waarheid wil bezien en in zich wil opnemen, die dient te begrijpen dat waarachtige vrede niet wortelt in uiterlijke zaken, want als dat zo zou zijn, dan zou ook de duivel vrede hebben indien het hem verging naar zijn wil en welgevallen. En dit is niet het geval, want de Heer spreekt via de Profeten: ‘De goddelozen*, zegt mijn God, hebben geen vrede’ (Jes 57,21).
Daarom moeten wij goed beseffen en nauwgezet waarnemen welke vrede Christus zijn discipelen als afscheid naliet toen hij sprak: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u.’ (Joh 14,27). Men merke op dat het helder is dat Christus met deze woorden niet doelde op de lijfelijke en uiterlijke vrede, want zijn geliefde discipelen, net zoals al zijn vrienden en volgers, hebben vanaf het begin zeer geleden onder droefheid, vervolging en martelaarschap, of zoals Christus tegen hen zei: ‘In de wereld zult u verdrukking hebben’(Joh 16,33). Maar Christus doelde op de ware, innerlijke vrede van het hart, die hier begint en duurt tot in de eeuwigheid. Daarom had hij het over vrede ‘niet zoals de wereld die geeft’, want de wereld is vals en zij bedriegt in al haar gaven: zij belooft veel, maar biedt uiteindelijk weinig.
En bovendien leeft er geen mens op aarde die altijd kan leven in rust en vrede zonder moeilijkheden en tegenspoed, bij wie altijd alles gaat zoals hij het wil, want er is altijd iets dat leed brengt op deze wereld, waarheen men zich ook keert. En zodra men de ene tegenslag te boven is, volgen weldra twee in zijn plaats. Onderga deze tegenslagen daarom gewillig en zoek alleen de ware vrede van het hart die niemand u ontnemen kan en waarmee u elke tegenspoed kunt overwinnen.
En daarom bedoelde Christus de innerlijke vrede, de vrede die sterker is dan alle aandrift en tegenspoed, dan alle druk, leed ellende en zwakheid, of dan welk u ook overkomt. Hij doelde op de vrede waarin een ieder vervuld van vreugde en geduld zou zijn, zoals zijn liefhebbende discipelen en de ware navolgers van Christus.

Zie en begrijp nu dat hij de mens die met liefde en al zijn toewijding en ernst zich hiertoe zou zetten, de ware eeuwige vrede kan leren kennen, ja, de ware vrede die van God zelf is, voor zover dit in de mogelijkheid van een schepsel ligt. En zo zal dan zoet worden wat eerst zuur voor deze mens was, en zal zijn hart onbewogen blijven in alle omstandigheden en in alle tijden, en zal hij na dit leven komen tot de ware eeuwige vrede.

Uit: ‘Het boekje van het volmaakte leven – het twaalfde kapittel’.
Vertaling Lev Mordegaai. Uitgave Erven J. Bijleveld.  
Bekend onder de titel: ‘Theologia Deutsch’, anoniem, uit 2e helft 14e eeuw.


*Voor het woord ‘goddelozen’ staat er in het Hebreeuws RaSHa’, dat heeft te maken met zonde en schuld, met ‘niet gericht zijn’.
Niet gericht zijn op de Heilige, maar gericht zijn op jezelf.