28 juni 2024 - De verzoekingen naar Theofaan de Kluizenaar.

   vanbeek   19 jun. 2024

Uit: ‘Filokalia - het innerlijk gebed’, samengesteld door Alla Selawry - uitg Ankh-Hermes.

Download/print

Meditatietekst uit openings-  en slotpsalm van 28 juni:

‘Voorwaar ik zal de tent mijner woning niet binnen gaan,
totdat ik voor de Heer een plaats heb gevonden,
een woning voor de Machtige Jacobs.’ (uit Ps 132 – Eerste Uur)
‘Wanneer ik wandel te midden van benauwdheid,
behoudt Gij mij in het leven.
Laat niet varen de werken uwer handen.’  (uit Ps 138 – Vespers)

De verzoekingen naar Theofaan de Kluizenaar.

‘ De mens sterft voor God en leeft voor zichzelf’ (Makarios de Grote).

Van God afgekeerd, beschouwt de mens zichzelf als doel. Dat gebeurt alleen al hierdoor, dat afvalligheid van God, die de Volheid is, de mens stort in zijn eigen leegte als in een bodemloze afgrond, hem voortdurend met een onbestemde, onlesbare dorst vervult. Deze drijft hem ertoe een leven lang in het zweet zijns aanschijns achter schijnwaarden aan te jagen, die zijn gehele aandacht, zijn gehele hart binden.
De leegte van het bewustzijn, dat de Ene Zijnde is vergeten, wekt nieuwsgierigheid, een drang naar veelweterij, informatie en onderzoek.
Niet vervulde wil, die het bezit van de Enige heeft verloren, doet talrijke begeerten ontvlammen, winzucht, drang naar rijkdom en macht om alles te hebben volgens je wil.
De leegheid van het hart, dat het genot van de Al-ene heeft verloren, wekt de genotzucht, de dorst naar velerlei genoegens en zaken om het gevoel te bevredigen. In plaats van zich te bekommeren om een verlossing leeft de mens in een wilde dans van velerlei zorgen en genot. Door veelweterij, winzucht en genotzucht verstrikt de duivel ons in eindeloze plannen en de uitvoering daarvan. Hij heeft slechts deze ene zorg: hart, wil en bewustzijn van de mens af te leiden van God en die hartstochtelijk en uitsluitend aan iets anders te binden. Niet alleen lage hartstochten, ook kunst, wetenschap en techniek, beroep en gezellige omgang kunnen tot afgoden worden, die ons in hun macht houden en niet tot bezinning laten komen. Het is daarom noodzakelijk de natuurlijk aard van de mens en haar voortdurende aanvechtingen te kennen om ertegen op te treden. Deze aanvechtingen richten zich tegen de drie belangrijkste krachten van de mensenziel: het denken, de gevoelswereld en de aard van de wil.
De afdwalingen van het denken zijn hersenschimmen die ons - vooral tijdens het gebed - bedreigen en afleiden. Waakzame aandacht doorziet ze. Aanvechtingen van het gevoelsleven liggen in onze hartstochten, die het hart afleiden van het gebed en meesleuren. Nuchterheid werkt hiertegen.
Verzoekingen van de wil komen voort uit zelfzuchtige begeerten en eigenzinnigheid. Ze worden bestreden door een leven van deemoed en volgens de wil van God. Wie achteloos leeft, vervalt gemakkelijk tot deze drie soorten verzoekingen, die het bewustzijn vervullen met loze zorgen en onnodige of venijnige vermoedens, de gevoelens binden aan verstrooiing en zinnelijkheid en de wil door eerzucht aanzetten tot rusteloosheid. Gevolgen daarvan zijn verkilling van het hart en afstomping van het geweten, of ook waanvoorstellingen en verblinding. Ze leiden tot innerlijke leegte, zwaarmoedigheid en eindigen vaak met vertwijfeling. Alle aanvechtingen dringen via voorstellingen of zogenaamde ‘hersenschimmen’ in het menselijke bewustzijn, groeien uit tot hartstochten en trachten ons hart aan zich te binden.

Aanvechtingen door hersenschimmen naar Theofaan de Kluizenaar.

‘Aan de boze is toegestaan de kracht van het denken van de mens te verzoeken en haar dag en nacht te verontrusten. Valt het bewustzijn, dan valt alles’ (Simeon de Nieuwe Theoloog).

Leer vrije gedachten te onderscheiden van willekeurig optredende hersenschimmen. De gedachte staat het woord na. Denken is een natuurlijke bezigheid van ons verstand, die wij in vrijheid verrichten. Door beschouwend denken verdiepen wij ons in het kennen van de wereld om ons heen en van ons eigen wezen en lossen wij de vragen van het persoonlijke en maatschappelijke leven op. Deze bezigheid noemen wij ‘denkwerk’. Dit behoort even noodzakelijk tot de structuur van onze ziel als voelen en willen.
Iets anders zijn onwillekeurige voorstellingen en hersenschimmen. Deze zijn niet van onze vrije wil afhankelijk; ze duiken willekeurig op in ons bewustzijn als voorstelling, beeld, vermoeden, plan, wens, herinnering enzovoort. De leraren in het geestelijke leven raden aan ze af te wijzen, ongeacht of ze goed of kwaad zijn, daar de vrije geest van de mens zich niet moet blootstellen aan de macht van willekeurig in het bewustzijn opkomende beelden. Meestal zijn wij de slaven van dergelijke voorstellingen. Ze dringen met geweld ons bewustzijn binnen, hinderen de helderheid, zuiverheid, continuïteit, kracht, en vruchtbaarheid van ons denken en storen onze innerlijke concentratie door allerlei onnodige, lege of prikkelende inhouden (zoals beledigende gesprekken, zinnelijke ontmoetingen, indrukken van de straat, zorgen van alledag, plannen, niet vervulde plichten, enz.) Zij allen dringen stormachtig, als uit een hoorn des overvloeds op je aan, als je begint te bidden. In je hart veroorzaken zij onrust, wellust of ergernis; je gebed is gestoord. Je maakt het zo snel mogelijk af om aan je plicht te voldoen en over te gaan tot iets zogenaamd gewichtigs. Waardoor komt dat? Door gebrek aan discipline en concentratievermogen gepaard met onvermogen om je denken vast te leggen op een bepaalde inhoud. Verder komt het voort uit die demonische macht, die er op talloze manieren op uit is ons bewustzijn te verontreinigen, het van de geest te scheiden en geheel in haar macht te krijgen.
Daarnaast heeft elk mens bijzondere, hem eigen hersenschimmen of voorstellingen, waaronder hij lijdt en waarvan hij zich door generlei eigen inspanning kan bevrijden. De meeste mensen vermoeden zelfs niet dat er zulke hersenschimmen zijn en weten nog minder hoe zij te bestrijden zijn. De geestelijk ervarenen geven daarover opheldering en leren je je zieleleven met scherpziende blik te bewaken. Dit alles leer je inzien, wanneer je geleerd hebt jezelf te doorzien. Let op de voorstellingen die je hebt, op gedachten die je bijzonder opjagen, op stemmingen en toestanden die altijd in je aanwezig zijn of dagen en uren duren. Dat alles dient je als aanwijzing van wat er in je leeft. Bestrijd deze indringers.
Eén omstandigheid verlicht de strijd: hersenschimmen komen niet plotseling met al hun macht over ons, maar nemen ons langzaam in bezit naarmate wij eraan toegeven. Ze tasten en voelen hoe de bodem van onze ziel is en omspannen ons geheel, als zij geen tegenstand ontmoeten. Wijzen wij uit onkunde of onoplettendheid de hersenschimmen niet bij hun eerste optreden terug, dan wordt het keer op keer moeilijker hen de baas te worden.

‘Roep vanuit het diepst van je wezen God aan, maak je gebed tot een wijding’- Paissij Velitsjkovski.

Uit: ‘Filokalia - het innerlijk gebed’, samengesteld door Alla Selawry - uitg Ankh-Hermes.