27 juli 2024 - Zin op zoek naar de mens

   vanbeek   18 jul. 2024

Uit: ‘Wie is de mens’ door Abraham Heschel - uitg: ten Have

Download/print

Meditatietekst:

    Kan een mens Gode een dienst bewijzen?
    Neen, de verstandige bewijst zichzelf een dienst.
    Geeft het den Almachtige voordeel, dat gij rechtvaardig zijt
    of gewin, wanneer gij uw weg zuiver houdt?                             Job 22,2,3.


De Grieken formuleerden het zoeken naar zin als de mens op zoek naar een gedachte; de Hebreeërs formuleerden het zoeken naar zin als Gods gedachte (of zorg) op zoek naar de mens.
De zin van het bestaan is geen natuurlijk gegeven; het is geen geschenk maar een kunst. Eigenlijk hangt zij er van af of wij ingaan of weigeren in te gaan op God, die de mens zoekt; óf zij slaagt, óf zij mislukt.
Het verlangen van de mens naar zin is niet een vraag, een opwelling, maar een antwoord, het ingaan op een uitdaging.
De Bijbel verkondigt dat de vraag over God een vraag van God is. Als de Heer de vraag niet stelde, zou de arbeid van hen die zich met haar inlaten, tevergeefs zijn.
De mens wordt opgeroepen, uitgedaagd en vertroost. God zoekt de mens en het leven is iets dat een antwoord vereist. Geschiedenis is voor alles een vraag, een peiling, een test.
Het voornaamste onderwerp van bijbels denken is dan ook niet dat de mens God kent, maar dat de mens door God gekend wordt, dat de mens een voorwerp is van goddelijke kennis en zorg. Daarom was de grote vraag: Waarom zou God, de Schepper van hemel en aarde, zich het lot van de mens aantrekken? Waarom zouden de dagen van de nietige mens belangrijk genoeg zijn om het leven van God te beïnvloeden?

    Kan een mens Gode een dienst bewijzen?
    Neen, de verstandige bewijst zichzelf een dienst.
    Geeft het den Almachtige voordeel, dat gij rechtvaardig zijt
    of gewin, wanneer gij uw weg zuiver houdt?                             Job 22,2,3.

God neemt de mens ernstig. Hij begeeft zich in een rechtstreekse  relatie met de mens, namelijk een verbond, waar niet alleen de mens, maar ook God aan gebonden is. Bij de laatste confrontatie en in crises heeft de bijbelse mens weet niet alleen van Gods eeuwige genade en gerechtigheid, maar ook van Gods verbintenis jegens de mens. Op dit verheven feit steunt de zin van de geschiedenis en de heerlijkheid van de menselijke bestemming.

Wezenlijk voor bijbelse godsdienst is het besef van Gods belangstelling in de mens, het besef van een verbond, van een verantwoordelijkheid zowel van Hem als van ons.
Het is onze taak om ons te richten naar Zijn belang, om onze taak te verrichten overeenkomstig Zijn visie. God heeft de mens nodig om Zijn doeleinden te verwezenlijken en godsdienst, zoals de bijbelse traditie die verstaat, is een manier om deze doeleinden te bevorderen; aan deze doeleinden hebben wij behoefte, zelfs als wij ons van hen niet bewust zijn, maar wij moeten leren inzien dat ze nodig zijn.

Het leven is een maatschap tussen God en mens; God staat niet los van of onverschillig tegenover onze vreugden en kwellingen. Authentiek vitale behoeften van lichaam en ziel van de mens zijn voorwerpen van goddelijke zorg. Daarom is het menselijke leven heilig. God is medestrijder en partijganger in de worsteling van de mens om gerechtigheid, vrede, liefde en schoonheid en omdat Hij de mens nodig heeft sloot Hij een verbond met hem voor alle tijden, een wederkerige band die God en mens omsluit, een relatie die God, niet alleen de mens, verplicht.

Uit: ‘Wie is de mens’ door Abraham Heschel, blz 86-88. (uitg: ten Have)